Voormalige Boter- en Kaaswaag. Gebouwd in 1736 en maakt onderdeel uit van het beschermd dorpsgezicht. Bij de bouw werd de bovenverdieping door de Grietman opgeëist om hem te gebruiken als rechtskamer. Vanaf het moment dat de burgemeester zijn intrede deed, bij de grondwetherziening van Torbecke, werd de bovenverdieping secretarie. Het eigenlijke gemeentehuis stond aan de andere kant van de Boorne. Na opheffing van het gemeentehuis in Aldeboarn (1932) heeft het pand verschillende functies gehad. Zo is het o.a. in gebruik geweest als bibliotheek. Sinds 1986 in eigendom van de Stichting Aldheidskeamer “Uldrik Bottema” en ingericht als museum.
In de tegenwoordige Staat van Friesland Westergo en Zevenwouden 1788 staat het volgende: “Oudeboorn is begiftigd met eene openbaare Waag, mogende men geene goederen, die ’t Waagrecht onderhevig zyn, uit deeze Grietneny op eene andere plaats ter Waage brengen, dan na hier het Waagrecht reeds betaald te hebben”. De Nederlands Hervormde Kerk (PKN) had het pachtrecht over het Waaggebouw. Zij verpachtte dit recht voor een bedrag van ƒ 275 gulden, terwijl de Grietenij daarbovenop ƒ 40 gulden betaalde voor gebruik van de ruimte als rechtskamer.
Bovenstaande betekende dat geen enkele inwoner van Utingeradeel -de toenmalige grietenij- zijn waren elders op de mark mocht brengen dan nadat hij het waaggeld in Aldeboarn moest zijn betaald. Het waaggebouw waar in 1788 over wordt gesproken is het huidige gebouw waar nu museum Aldeboarn in onder is gebracht. Dit gebouw stamt uit 1736. Toen het werd gebouwd heeft de toenmalige grietman, Frederik van Sminia, de bovenverdieping geconfisqueerd als rechtskamer. Toen het grietmanschap verdween en de door de kroon benoemde burgemeester zijn intrede deed werd de bovenverdieping gemeentesecretarie. Aan de zijkant van de Waach, waar nu de ingang van het museum is, was een aanbouw. Dat was het arrestantenverblijf (hounegat in de volksmond). Voordat men werd overgebracht naar Heerenveen werd men hier tijdelijk opgesloten.

Er zijn slechts enkele namen van waagmeesters uit openbare registers bekend. Onderstaand overzicht laats de tot nu bekende namen zien. De bron staat in de laatste kolom vermeld, helaas valt uit deze informatie (nog niet) een logische en sluitende tijdlijn op te maken.
| Voorletters/naam | Naam | Aanvang | Eind | Bron - Opmerking |
| J(Jacob).S(Sjoerds). | Gaastra | Notarieel akte 1835 | ||
| Jan Folkerts | Rinsema | Overlijdensakte 1872 | ||
| Jelle Heeres | Van Veen | Overlijdensakte 1875 | ||
| B.J. | Rijpkema | 1-9-1903 | Eervol ontslag wegens gezondheid | |
| W. | De Vries | 1-9-1903 | LC 5-9-1903 | |
| O.A. | Vleeshouwwer | 31-10-1903 | Nieuwsblad van Friesland 31-10-1903 |
Maar ook de dorpsveldwachter maakte hier gebruik van wanneer er iemand zodanig overlast had veroorzaakt dat die even moest ‘afkoelen’, of nuchter moest worden na overmatig drankgebruik. Na een paar uur in het “hounegat” te hebben gezeten werd diegene dan weer naar huis gestuurd. In de eerste helft van de vorige eeuw werd door de gemeenteraad een besluit genomen dat in alle dorpen van Utingeradeel een openbaar urinoir geplaatst moest worden. In Aldeboarn kwam die tegen het arrestantenverblijf aan, zoals op de foto hierboven is te zien. Door middel van het ontluchtingsraampje kon de gebruiker van het urinoir even in contact komen met een arrestant. Tot 1859 heeft de bovenverdieping dienstgedaan als gemeentesecretarie. Het arrestantenverblijf bleef nog wel in gebruik. Hierna kreeg de waag verschillende functies. Zo is het in de 2e wereldoorlog een distributiekantoor, en zal er later de openbare bibliotheek in worden ondergebracht. Sinds 1987 is het gebouw eigendom van de Stichting Aldheidskeamer “Uldrik Bottema” en is het ingericht als museum. Op de plaats van het arrestantenverblijf werd een de ingang tot het museum gemaakt met hal en toilet. Het urinoir was vele jaren daarvoor al verdwenen.



















