Afbeelding: detail van Slag om de Sont in november 1658, Willem van de Velde 1665.
Aldeboarn en de Sontvaart
Deze pagina wordt, naarmate het onderzoek vordert, aangepast en aangevuld.
Een Fries dorp verbonden met de wereldzeeën in het museum een overzicht van het ontstaan van Aldeboarn als zeevaartplaats aan de Middelzee, scheepsmodellen van de schepen die op de binnenwateren en de Sont voeren.
Op het eerste gezicht lijkt Aldeboarn een dorp van binnenvaart en turfpramen. Maar wie goed kijkt, ziet dat ook dit Friese dorp verbonden was met de grote wereldhandel.
Vanaf de Boarn voeren schepen vol turf, boter en kaas richting Leeuwarden, Sneek, Harlingen en de Lemmer. Daar werden de goederen overgeslagen op grotere schepen die koers zetten naar Amsterdam en verder. In Amsterdam sloten deze handelsstromen aan bij de internationale scheepvaart, waaronder de beroemde Sontvaart: de route door de Deense Sont naar de Oostzee.
Via de Sont kwamen graan, hout en teer uit Polen, Rusland en Zweden naar Holland en Friesland. Die grondstoffen keerden terug naar het Friese platteland: hout voor scheepsbouw en huizen, graan voor de bakkerijen en havens, teer voor de schepen. Zo werd Aldeboarn indirect onderdeel van de “Moedernegotie” – de handel die de welvaart van de Republiek bracht.
De Waach in Aldeboarn herinnert nog aan die tijd. Hier werden de goederen van boeren en schippers gewogen, gecontroleerd en klaargemaakt voor de reis naar de markten en havens. Aldeboarn lag dan ver van de Sont, maar de echo van die grote handelsvaart was hier dagelijks voelbaar.
Boarnster sontvaarders en de sonttolregisters
De Sonttolregisters behoren tot de bekendste en belangrijkste bronnen voor de economische en maritieme geschiedenis van Nederland en de rest van Europa. Ze vormen de administratieve neerslag van de tol die de koning van Denemarken tot 1857 hief over de scheepvaart door de Sont, de zeestraat tussen Zweden en Denemarken die de Noordzee en Oostzee met elkaar verbindt. De registers zijn (met enige hiaten) bewaard gebleven voor de periode 1497 - 1857 en bevatten gegevens over 1,8 miljoen doorvaarten. Van elke doorvaart noteerden de ambtenaren van de Tolkamer in Helsingor onder meer de naam van de schipper, zijn woonplaats, de haven van vertrek, de samenstelling van de lading en vanaf de jaren 1660 ook de bestemming van het schip. Onder de schippers die door de Sont voeren, waren veel Nederlanders waaronder Boarnsters.
Bron: RUG
In de periode dat er door Denemarken tol werd geheven op de Sont (1497-1857) zijn er 428 passages geweest van sontvaarders die Oldeboorn (Oudebon udi Frisl, Oudebon, Oudeborn, Oudeboorn, Audeboorn) als thuishaven hebben opgegeven. Deze passages hebben plaatsgevonden in de periode 1711-1815. De gegevens werden genoteerd door Deense douaniers waardoor er nogal eens spelfouten werden gemaakt.
Hiernaast een detail uit het register van oktober 1777. Volgnummer 566, registratie van schipper Albert Barents af (uit) Audeborn (Oudeboorn), reis van Amsterdam naar Pernau (In het huidige Estland).
Bron: Soundtoll
De overzichten zijn nog niet compleet en worden naarmate het onderzoek vordert aangevuld.
Onderstaand overzicht laat de meest gebruikte scheepstypen zien die voor de sontvaart werden ingezet. De schepen die de Oostzee bevoeren konden dat alleen vanuit de zeehavens. Lading van en naar de binnenlanden werd via kleinere schepen vervoerd.
Scheepstype |
Kenmerken |
Rol in de Sontvaart |
---|---|---|
Smal dek, brede buik, drie masten, beladen met graan/hout/teer, kleine bemanning (10–15) |
Efficiënte vrachtschepen met grote laadcapaciteit die belangrijke bulkhandel op Oostzee mogelijk maakten |
|
Rond, twee-mastig, robuust, ondiepe diepgang, platte bodem |
Gebruikt vanaf de 18e eeuw voor Oostzee- en kustvaart dankzij betere wendbaarheid en lagere kosten |
|
Platbodem, lichte constructie, gering diepgang |
Ideaal voor binnenwater- en kustvaart; leverde aan grotere schepen in havens op de route |
|
Breed, snelle zeiler |
Allround schip voor zowel handel als visserij – flexibel inzetbaar |
|
Middelgroot vrachtschip |
Vaak voor kustvaart, soms ook ingezet op kleinere Oostzeelijnen |